Wwft Nieuws

Terug naar overzicht

20-02-2025

Notaris schort (voorlopig) terecht betaling van executieopbrengst aan beslaglegger op, omdat hij het cliëntenonderzoek van de Wwft niet heeft kunnen voltooien.

De onderhavige zaak is te herleiden tot de discussie die partijen (en de deurwaarder) voeren over de vraag of bij een executoriaal beslag de opbrengst van de executoriale verkoop van een woning, de beslaglegger gehouden is om zich te identificeren in het kader van de Wwft alvorens een notaris tot uitbetaling aan de beslaglegger kan overgaan.

De notaris stelt zich op het standpunt dat hij de uitbetaling aan beslaglegger terecht opschort, omdat hij het cliëntenonderzoek niet heeft kunnen voltooien. De notaris legt hieraan ten grondslag dat hij op grond van de Wwft is aangewezen als instelling in de zin van de Wwft indien hij bijstand verleend bij het aan- of verkopen van registergoederen en/of het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden. Beslaglegger kwalificeert als ‘cliënt’ in de zin van de Wwft, omdat met haar door de notaris een zakelijke relatie is aangegaan in het kader van de verdeling van de executieopbrengst, zo stelt de notaris.

Beslaglegger voert aan dat de notaris geen Wwft-dienst verleent, maar slechts in opdracht van een derde een hypotheekrecht heeft geëxecuteerd. Volgens beslaglegger is zij niet als ‘cliënt’ in het kader van de Wwft aan te merken, nu zij geen zakelijke relatie met de notaris is aangegaan en evenmin een transactie door de notaris laat uitvoeren.

Tijdens de mondelinge behandeling is aan de orde gekomen dat de vraag over het cliëntenonderzoek zich niet eenvoudig laat beantwoorden, nu de wet daarover geen uitsluitsel biedt en de beroepsorganisaties van de notaris en deurwaarder daarover nog altijd geen (openbaar) standpunt hebben ingenomen. Het is onder de gegeven omstandigheden niet geraden die rechtsvraag in kort geding (voorlopig) te beantwoorden.

Dit betreft volgens de rechter een ingewikkelde kwestie, waarover kennelijk binnen de branche geen consensus bestaat. De voorzieningenrechter acht het voor de rechtspraktijk en ter voorkoming van langlopende en kostbare geschillen echter van groot belang dat er op korte termijn wel duidelijkheid komt. Het ligt op de weg om deze kwestie formeel aan de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) voor te leggen. Mocht blijken dat het standpunt van de KNB niet wordt gedeeld door de Koninklijke Beroepsvereniging voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG), dan ligt het in de rede dat deze beroepsverenigingen vervolgens gezamenlijk het toezichthoudende orgaan, het Bureau Financieel Toezicht (BFT) verzoeken om de nodige duidelijkheid te verstrekken op dit punt.

Totdat die duidelijkheid er is, is de notaris naar oordeel van de voorzieningenrechter gerechtigd uitbetaling aan beslaglegger op te schorten.

De uitspraak kunt u lezen via onderstaande link.

Uitspraak: Rechtbank Den Haag

Terug naar overzicht