Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

05-12-2024

Verklaring dat gelden uit onderneming komen is niet verifieerbaar, volgens het hof is geen andere conclusie mogelijk dan dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is.

In deze hoger beroepzaak is geen sprake van direct bewijs dat het bij verdachte aangetroffen geldbedrag van € 464.090 afkomstig is uit een concreet gronddelict. Het is een feit van algemene bekendheid dat het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen door privépersonen hoogst ongebruikelijk is vanwege het risico op onder meer diefstal, waarbij het geld niet is verzekerd. De verdachte ontving een Wajong-uitkering en het is ook een feit van algemene bekendheid dat mensen die leven van een uitkering, zoals de verdachte, hiervan vaak net rond kunnen komen. In zijn algemeenheid geldt verder dat geldbedragen van een behoorlijke omvang in contante coupures, die niet direct zijn terug te voeren op een aantoonbare bron van inkomsten, vermoedens oproepen van witwassen.

Op grond van het voorgaande acht het hof het vermoeden gerechtvaardigd dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is, wat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het geldbedrag niet van misdrijf afkomstig is.

De verdachte heeft verklaard dat het geldbedrag afkomstig is uit ondernemersactiviteiten. De betalingen door klanten aan de verdachte gingen altijd contant. In de periode 2018-2019 ging het goed met het bedrijf en genereerde hij aanzienlijke inkomsten, waarvan hij kon sparen. De verdachte heeft ook verklaard dat hij geen administratie heeft bijgehouden, zijn bedrijf niet heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en van zijn inkomsten geen melding heeft gemaakt bij de Belastingdienst.

Het hof overweegt dat het niet voeren van enige (deugdelijke) administratie een omstandigheid is die betrokken kan worden bij de beoordeling van de verklaring van de verdachte over de herkomst van de gelden. Door de gestelde werkwijze van de verdachte, waarbij geen gebruik is gemaakt van facturen of betalingen per bank door klanten, er geen boekhouding is bijgehouden en er geen aangifte bij de Belastingdienst is gedaan, kan de omvang van de opbrengsten van het bedrijf niet worden geconcretiseerd. De verklaring van de verdachte, dat het aangetroffen geld afkomstig is uit zijn onderneming, is daarom niet verifieerbaar.

Het aldus door de verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding om van het OM nader onderzoek te verlangen. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat het geldbedrag geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dat wist.

Het hof komt daarmee tot een bewezenverklaring van witwassen.

Voor de uitspraak, zie onderstaande link.

Uitspraak: Gerechtshof Amsterdam



Terug naar overzicht