Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

14-11-2024

Contante betaling bij de aankoop van een auto en melding bij de FIU leiden tot strafrechtelijk onderzoek en veroordeling voor (gewoonte)witwassen.

In deze hoger beroepzaak is op 27 mei 2019 een strafrechtelijk onderzoek naar de verdachte gestart naar aanleiding van een door de Financial Intelligence Unit (FIU) verstrekte verdachte transactie, te weten de aankoop door verdachte van een Audi S3 Limo waar zij in totaal € 39.888,84 contant voor heeft betaald.

Bij de verdachte is vervolgens een veelheid aan luxe/waardevolle goederen aangetroffen en uit de verstrekte gegevens van haar rekening bij de ING bank bleek dat daar in de periode van 1 januari 2013 tot 21 augustus 2019 een bedrag van, in totaal, ruim € 120.000,00 contant op was gestort. Uit verstrekte fiscale gegevens blijkt dat de verdachte de afgelopen jaren onvoldoende inkomsten heeft gehad om dergelijke uitgaven of stortingen te kunnen doen. Daarnaast blijkt dat er geen schenkingen of erfenissen bekend zijn en ontvangt de verdachte huur- en zorgtoeslag.

Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden is sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen van de in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen en geldbedragen.

De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat zij, na een problematisch huwelijk en een echtscheiding, vanaf 2012 in een periode terechtkwam waarin zij enkele mannen ontmoette die in de tenlastegelegde jaren veel voor haar betaalden. De verdachte ontving veel dure cadeaus en zij nam veel geld van die mannen aan.

Het hof stelt vast dat verdachtes verklaringen wisselend zijn, dat deze niet voldoende concreet zijn en ook niet min of meer verifieerbaar en dat er haar kennelijk veel aan was en is gelegen om geen openheid van zaken te geven over de herkomst van de gelden en de voorwerpen. De verdachte heeft, kortom en zoals ook door de verdediging in hoger beroep is erkend, rechtens niet toereikend verklaard om het vermoeden van witwassen te weerleggen.

Het kan daarom niet anders dan dat de bij de verdachte aangetroffen geldbedragen en goederen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte hiervan op de hoogte was.

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat zij in de periode 1 januari 2015 tot en met 23 juli 2019 in Nederland zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen.

De uitspraak kunt u inzien via onderstaande link.

Uitspraak: Gerechtshof Amsterdam



Terug naar overzicht