Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

28-11-2024

Het niet onderbouwen van transacties met verificatoire stukken in het kader van het cliëntenonderzoek kan een gegronde reden geven voor een bank om de cliëntrelatie op grond van de Wwft te verbreken en geen basisbankrekening meer beschikbaar te stellen.

De betreffende bank heeft in deze kort geding zaak onder meer gewezen op de vragen die zij heeft over de bedrijfsactiviteiten van één van de vennootschappen waarvan eiser de UBO is. De bank heeft geconstateerd dat er in de periode 24 maart 2023 tot 25 januari 2024 in 11 separate transacties een bedrag van € 55.000,-- op de rekening van die vennootschap is gestort.

Dat bedrag is afkomstig van de eenmanszaak van een andere cliënt, met wie de bank de cliëntrelatie inmiddels heeft verbroken vanwege het uitblijven van opheldering over deze transacties. De bank heeft reeds in haar brief van 3 juli 2024 bij eiser geïnformeerd naar de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap in 2023 en zij heeft voor deze transacties ook aandacht gevraagd in haar conclusie van antwoord.

Pas na de mondelinge behandeling van 23 september 2024 heeft eiser daarover een verklaring gegeven. In een e-mail van 11 oktober 2024 verklaart eiser dat er in 2023 geen bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden en op 29 oktober 2024 heeft hij ter zitting verklaard dat het bedrag van € 55.000,-- betrekking zou hebben op een afgeboekte geldlening.

Nog daargelaten dat de bank niet in staat is geweest om adequaat te reageren op deze laatste (blote) stelling, geldt dat eiser zijn stellingen over de herkomst van het bedrag van € 55.000,-- geenszins met verificatoire stukken heeft onderbouwd. Zonder nadere toelichting op dit punt valt volgens de voorzieningenrechter niet uit te sluiten dat de bank ter zake een integriteitsrisico loopt, nu de moedermaatschappij van de vennootschap, door de U.S. Department of the Treasury in verband wordt gebracht met het witwassen van geld dat afkomstig is uit drugshandel. Het is dan ook niet onredelijk dat de bank daarover opheldering wenst.

Het voorgaande leidt volgens de voorzieningenrechter tot de conclusie dat in deze procedure onvoldoende aannemelijk is geworden dat de weigering van de bank om aan eiser een basisbankrekening ter beschikking te stellen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Volgens dit vonnis is het mijns inziens voor alle Wwft instellingen van belang om bij een risico op witwassen altijd te vragen naar verificatoire stukken ter onderbouwing van transacties, omdat het anders niet is uit te sluiten dat er een integriteitsrisico wordt gelopen en niet naleving van de Wwft in het verschiet kan liggen met alle mogelijke gevolgen van dien.

Uitspraak Rechtbank Den Haag



Terug naar overzicht