Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

05-03-2024

Bank is niet gehouden de bankrelatie in privé voort te zetten met de voorzitter van een stichting die banden heeft met Hamas.

De voorzieningenrechter is in deze zaak van oordeel dat op basis van de huidige feiten en omstandigheden geen reden is om de bankrelatie voort te zetten. Het belang van de bank bij beëindiging van de relatie moet vooralsnog zwaarder wegen dan het belang van eiseres bij voortzetting. Het is dan ook niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de bank van haar opzeggingsbevoegdheid gebruik maakt. Dit wordt als volgt toegelicht door de voorzieningenrechter.

Vooropgesteld wordt dat er sinds een persbericht van het OM duidelijke aanwijzingen zijn voor een link tussen de Stichting en (geldstromen richting) Hamas. Ook wordt in de seizure order van de Israëlische NBCTF de Stichting een terroristische organisatie genoemd en staat in de seizure order vermeld dat de Stichting bij de bank bankiert. De bank kon dus, zoals zij terecht stelt, vanaf dat moment niet negeren dat de Stichting door officiële overheidsinstellingen in verband werd gebracht met Hamas. De bank stelt terecht dat het niet relevant is of en in hoeverre de lijst van de Israëlische NBCTF is overgenomen door de Europese Unie en in Nederland mogelijk geen “juridische status” heeft. Dit geldt temeer nu de Stichting in het persbericht van het OM zelf ook wordt verdacht van strafbare feiten en in dat verband een criminele organisatie wordt genoemd. Bovendien verscheen op 28 juni 2023 een artikel in het AD waarin de Stichting weer in dit verband wordt genoemd. De bank heeft de relatie met de Stichting inmiddels beëindigd en Stichting heeft zich daartegen niet verzet.

De bank heeft in september 2023 ook de bankrelatie met eiseres opgezegd en zij had hiervoor voldoende reden. Eiseres is al ruim zeven jaar voorzitter van de Stichting en in die hoedanigheid (met haar medebestuursleden) verantwoordelijk voor het beleid van en de gehele gang van zaken binnen de Stichting (vgl. artikel 2:9 lid 2 BW), daaronder vallen ook de financiële zaken. Dat geldt hier temeer omdat de bestuurders gezamenlijk bevoegd waren en de penningmeester niet alleen geld kon overboeken. De verklaring van eiseres ter zitting dat de penningmeester in haar eentje betalingen deed via het internet (met haar pinpas) ontslaat haar – zeker als voorzitter – niet van haar verantwoordelijkheid, integendeel, deze gang van zaken is in strijd met de statuten. Er zijn – naar het zich laat aanzien – jarenlang enorme geldbedragen door de Stichting via een omweg overgemaakt naar Gaza (in het bericht van het OM wordt een bedrag van € 5,5 miljoen genoemd en in een artikel in Trouw zelfs € 11,7 miljoen). Mogelijk is (een deel van) dit geld inderdaad bij Hamas terechtgekomen. Ook als eiseres hier niets van heeft gemerkt, heeft zij (als voorzitter) in ieder geval te weinig ‘checks en balances’ (zoiets als het in het eerdere kort geding door de bank genoemde ‘compliance beleid’) ingebouwd om dit te voorkomen.

Dat eiseres haar privérekeningen niet voor activiteiten van de Stichting heeft gebruikt doet aan dit alles niet af. Onder de hiervoor genoemde omstandigheden kan van de bank kan niet worden gevergd dat zij de bankrelatie met eiseres voortzet. Het is begrijpelijk dat de bank het vertrouwen in eiseres heeft verloren. Tot slot is voor de belangenafweging relevant dat eiseres nog een bankrekening heeft bij een andere bank. Dit betekent dat zij niet verstoken is van deelname aan het financiële verkeer. Daarmee is ook aan de vereiste proportionaliteits- en subsidiariteitstoets is voldaan.

Dit alles betekent dat de vordering tot voortzetting van de bankrelatie wordt afgewezen.

De volledige uitspraak is te lezen via onderstaande link.

Uitspraak: Rechtbank Amsterdam



Terug naar overzicht