Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

16-01-2024

Schuldwitwassen van geldbedrag wettig en overtuigend bewezen.

In deze recentelijk gepubliceerde hoger beroepzaak stelt het Gerechtshof, gelet op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen, ten aanzien van het in de auto van verdachte aangetroffen geldbedrag vast dat het specifieke gronddelict waaruit het geld afkomstig zou zijn, onbekend is gebleven. Voor de beantwoording van de vraag of desondanks een vermoeden van witwassen bestaat, zijn daarom onder meer de volgende feiten en omstandigheden van belang.

Er ontbreekt een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring waaruit een alternatieve (legale) herkomst van het in de auto aangetroffen geld blijkt en op grond daarvan kon van het Openbaar Ministerie niet worden verlangd hiernaar onderzoek te doen.

Het Hof is, met de politierechter en de advocaat-generaal, van oordeel dat een legale herkomst van het geld voldoende is uitgesloten en acht bewezen dat het geldbedrag afkomstig is van enig misdrijf. Daarbij heeft het hof tevens acht geslagen op de aanwezig zijnde witwasindicatoren zoals de wijze waarop het contante geldbedrag van € 100.005,- werd vervoerd en de wijze waarop de coupures waren verpakt. Voorts is het een feit van algemene bekendheid dat het fysiek vervoer van grote bedragen in contanten een aanzienlijk veiligheidsrisico met zich brengt en dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in doorgaans grote coupures, terwijl coupures van 100 euro, 200 euro en 500 euro in het normale Nederlandse betalingsverkeer maar zelden worden gebruikt. In dit onderzoek kwamen er 8 briefjes van 500 euro, 11 briefje van 200 euro en 42 briefjes van 100 euro naar voren.

Nu de verdachte als gebruiker van de auto op de hoogte wordt geacht te zijn van de goederen die zich in de auto bevinden, alsmede gelet op het feit dat de verklaring van de verdachte, gelet op de bevindingen van de politie, ongeloofwaardig moet worden geacht, komt het Hof tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte minst genomen moest vermoeden dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Daarmee heeft de verdachte de werkelijke aard, de herkomst en de vindplaats verborgen en verhuld.

Concluderend acht het Hof het subsidiair tenlastegelegde schuldwitwassen van het geldbedrag derhalve wettig en overtuigend bewezen.

Zie hieronder de link naar de gepubliceerde uitspraak.

Uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch



Terug naar overzicht