Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

18-12-2023

Witwassen niet bewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat een criminele herkomst van (het aankoopbedrag van) de auto als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.

Uit het strafdossier is naar voren gekomen dat ten tijde van het onderzoek verdachte en zijn in Denemarken woonachtige tweelingbroer werden verdacht van betrokkenheid bij de uitvoer van cocaïne vanuit Nederland naar Denemarken, waarbij het vermoeden bestond dat het autobedrijf van verdachte in Nederland daar een belangrijke rol in speelde. Uit het onderzoek bleek onder meer dat er vele contante stortingen op zakelijke en privébankrekeningen werden gedaan. Het onderzoek naar de verdenkingen betreffende verdovende middelen is gestopt in oktober 2018, maar er werd wel een witwasonderzoek gestart. Op 11 december 2018 vonden in Nederland doorzoekingen plaats, onder meer in het autobedrijf van verdachte. Daar werd een auto inbeslaggenomen, die op naam van verdachte was geregistreerd. Ook in de woning van verdachte is een doorzoeking gedaan, waarbij onder andere een PGP-telefoon werd aangetroffen, geschikt voor versleuteld communiceren.

De rechtbank is van oordeel dat in het licht van de toenmalige verdenking van betrokkenheid van verdachte bij de uitvoer van cocaïne, de bevindingen uit het witwasonderzoek en het aantreffen van de PGP-telefoon er een ernstig vermoeden van witwassen kon worden aangenomen met betrekking tot de auto, te weten dat deze mogelijk was aangeschaft met geld afkomstig uit drugshandel.

In het door verdachte ingediende klaagschrift tegen de inbeslagname van de auto zijn door hem stukken overgelegd ter staving van zijn verklaring dat deze auto tot een bedrag van € 10.000,- is gefinancierd met een bedrijfskrediet. Hij heeft dit bedrag op drie momenten gepind van de bankrekening waarop het bedrijfskrediet was gestort. De resterende € 2.500,- kwam uit de opbrengsten van het autobedrijf, nadat hij eerder een auto had verkocht die contant was betaald. Met dit totaalbedrag van € 12.500,- heeft hij de auto, een schade-auto, in Duitsland gekocht. Later heeft hij auto-onderdelen gekocht om de auto op te knappen.

De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring van verdachte is aan te merken als concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk.

De politie heeft naar aanleiding van deze verklaring (met onderbouwende stukken) onderzoek gedaan. Dit onderzoek heeft de verklaring van verdachte bevestigd voor zover die ziet op de aankoop van de auto (door een aankoopovereenkomst), de betaling van € 10.000,- van het aankoopbedrag uit een bedrijfskrediet (door een bankafschrift van een storting van € 10.000,- euro vanuit Qredits op rekeningnummer van verdachte en geldopnames voor in totaal € 10.000,-), en de aankoop van de herstelonderdelen voor de desbetreffende auto (door een factuur). Voor wat betreft het resterende contante bedrag van € 2.500,- dat door verdachte zou zijn verkregen door de verkoop van een andere auto komt de rechtbank tot de conclusie dat dit haar niet zonder meer vreemd voorkomt, gelet op de aard van het bedrijf van verdachte.

Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet met voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat (het aankoopbedrag van) de auto een legale herkomst heeft. Er kan volgens de rechtbank niet worden vastgesteld dat een criminele herkomst van (het aankoopbedrag van) de auto als enige aanvaardbare verklaring kan gelden. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het witwassen van de auto.

Uitspraak: Rechtbank Zeeland-West-Brabant



Terug naar overzicht