Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

28-11-2023

Een vermoeden van witwassen volgt uit de wijze waarop contant geld wordt aangetroffen.

Op 9 maart 2023 is verdachte staande gehouden en bleek hij in een bigshopper tas een bedrag van € 319.970,- bij zich te dragen. Vervolgens is bij de doorzoeking van de woning van verdachte in de keukenkast een geldbedrag van, zo bleek later, € 125.655,00 aangetroffen.

De rechtbank is van oordeel dat uit het aantreffen van dergelijke aanzienlijke contante geldbedragen een vermoeden van witwassen volgt. Daartoe is redengevend de wijze waarop het geld is aangetroffen, namelijk deels verstopt in een verborgen ruimte van de gebruikte auto hetgeen verdachte heeft moeten zien toen hij in de auto zat en de tas aangereikt kreeg. Het andere geldbedrag lag in pakken briefgeld, verbonden met elastieken in een tas in de keukenkast van de woning van verdachte.

Gelet hierop mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van de geldbedragen. De rechtbank vindt de verklaring van verdachte, dat hij niet wist hoeveel geld er in de bigshopper zat en dat hij niet op de hoogte was van het geldbedrag dat in de keukenkast lag, op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Bij dat oordeel betrekt de rechtbank dat, zoals eerder is vastgesteld, verdachte de vaste gebruiker was van een mobiele telefoon en dat uit de berichten uit die telefoon is gebleken dat verdachte zich bezighield met het halen en brengen van grote geldbedragen. De rechtbank betrekt daarbij voorts dat in de woning van verdachte notitieboeken zijn aangetroffen waarin de geldstromen werden bijgehouden. De op de terechtzitting gegeven verklaring van verdachte dat die notities niet van hem afkomstig zijn, acht de rechtbank ongeloofwaardig omdat er afbeeldingen van een aantal pagina’s uit die notitieboeken op de beide telefoons van verdachte zijn aangetroffen. Verder overweegt de rechtbank dat het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen door (onwetende) privépersonen hoogst ongebruikelijk is vanwege het grote risico dat daarmee gemoeid is. Nu verdachte dus geen concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van de aangetroffen geldbedragen, komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat deze geldbedragen – direct of indirect – uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dat ook wist.

Uitspraak: Rechtbank Amsterdam



Terug naar overzicht