Prelex Consult
Wwft training en auditing

Wwft Nieuws


Terug naar overzicht

17-10-2023

Het vermengen van vermogen dat afkomstig is uit misdrijf met legaal vermogen kan er voor zorgen dat dan het gehele vermogen besmet raakt en vervolgtransacties uit dat ‘besmette’ vermogen als witwassen kunnen worden aangemerkt.

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft in een recentelijk gepubliceerde uitspraak geconcludeerd dat vermenging van crimineel vermogen met legaal vermogen kan leiden tot besmetting van het gehele vermogen en dat dan het gehele vermogen van misdrijf afkomstig is.

Het hof heeft in deze uitspraak op grond van de daarin opgenomen bewijsmiddelen bewezen verklaard dat een woningbouwvereniging is opgelicht in een tweetal projecten te Terneuzen.

Daarbij constateert het hof dat alle bij de mededaders vermelde oplichtingsfeiten uit de twee projecten verkregen geldbedragen op twee verschillende data zijn ontvangen op de bankrekening van het bedrijf van één van de medeverdachten.
Het hof heeft beoordeeld of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van de bedragen afkomstig uit het tweede project, zoals tenlastegelegd.
Toen het bedrijf van één van de medeverdachten op 22 december 2005 werd opgericht had zij een startkapitaal. Het hof neemt als uitgangspunt dat dit startkapitaal niet door misdrijf verkregen is. Er was toen dus sprake van legaal vermogen.
Wanneer daar op enig moment vermogen dat wél afkomstig is uit misdrijf bij komt, ontstaat de situatie waarin het vermogen ‘gedeeltelijk’ van misdrijf van afkomstig is, aldus dat legaal vermogen is ‘besmet’ doordat daaraan van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen zijn toegevoegd (vermenging). Denkbaar is dat in zulke situaties een vermogensbestanddeel met een criminele herkomst zich binnen het na vermenging gevormde vermogen niet meer laat individualiseren. In het bijzonder in die situatie kan zich het geval voordoen dat het vermogen – en nadien elke betaling daaruit – wordt aangemerkt als (middellijk) gedeeltelijk van misdrijf afkomstig in de zin van de witwasbepalingen.

Volgens de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2010:BN0578 en ECLI:NL:HR:2020:1377) is daarbij van belang dat de aanwezigheid in een vermogen van bestanddelen met een criminele herkomst op zichzelf nog niet meebrengt dat het gehele vermogen als van enig misdrijf afkomstig dient te worden aangemerkt.
Ter beoordeling of dit uitgangspunt van de HR aan de orde is dient te worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Daarbij kan in de beoordeling onder meer worden betrokken of sprake is van:
- een geringe waarde van het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel dat met een op legale wijze verkregen vermogen vermengd is geraakt, al dan niet in verhouding tot de omvang van het op legale wijze verkregen deel;
- een groot tijdsverloop tussen het moment waarop het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel is vermengd met het legale vermogen en het tijdstip waarop het verwijt van witwassen betrekking heeft;
- een groot aantal of bijzondere veranderingen in dat vermogen in de tussentijd;
- een incidenteel karakter van de vermenging van het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel met het legale vermogen.

Het hof is, onder meer gelet op het feit dat op 21 december 2007 meer dan de helft van het saldo afkomstig was van misdrijf, van oordeel dat sprake is van vermenging en daarmee dat het saldo op die rekening per die datum geheel van misdrijf afkomstig was. Dat er op 28 december 2007 een substantieel geldbedrag werd ontvangen maakt niet dat vanaf dat moment de vermenging niet meer bestond. Zeer kort daarna werden managementvergoedingen uitbetaald.
Concluderend acht het hof bewezen dat een van de betrokken bedrijven (een holding) een geldbedrag van € 285.600,-, afkomstig van de oplichting in het kader van het tweede project, op haar bankrekening heeft ontvangen en dat een gedeelte van dit bedrag (€ 250.000,-) vervolgens op de rekening-courantrekening tussen één van de medeverdachten en de holding als dividenduitkering is ontvangen. Daarmee acht het hof het witwassen van deze geldbedragen bewezen.

NOOT Prelex Consult: Voor toepassing van de Wwft kan vermenging van crimineel vermogen met legaal vermogen en betalingen uit dat ‘besmette’ vermogen dus ook aanleiding geven tot het doen van nader onderzoek en een melding ongebruikelijke transactie. Er is dan namelijk aanleiding om te veronderstellen dat de transacties verband kunnen houden met witwassen.

Uitspraak: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch



Terug naar overzicht