Wwft Nieuws

Terug naar overzicht

15-09-2023

Vragen van bank zijn onvoldoende beantwoord, waardoor de bank de rekening van de cliënt mocht blokkeren.

Bij dagvaarding van 13 juni 2023 heeft de cliënt van de bank een voorziening gevorderd, waarin wordt gevraagd aan de kantonrechter dat de bank de blokkering van de bankrekening moet opheffen en het saldo van de rekening moet vrijgeven.

Volgens de rechtbank moeten banken op grond van de Wwft zoveel mogelijk voorkomen dat het financiële systeem voor oneigenlijke doeleinden wordt gebruikt. Daarom moeten zij onderzoek doen naar hun klanten. Als een bank haar klantonderzoek niet kan voltooien, moet zij de relatie met de klant op grond van artikel 3 jo. 5 lid 3 Wwft beëindigen. Anders dan de cliënt van de bank heeft gesteld, is daarvoor geen concrete verdenking nodig dat de klant betrokken is bij criminele activiteiten. Ook als de klant onvoldoende informatie verstrekt om het risico op betrokkenheid bij criminele activiteiten te beoordelen kan de bank verplicht zijn om de bancaire relatie te beëindigen. Dat komt omdat informatie van de klant bij het onderzoek van de bank erg belangrijk is. Banken hebben zelf namelijk geen formele opsporingsbevoegdheden.

Anders dan de cliënt van de bank aanvoert, is de kantonrechter van oordeel dat de bank haar zorgplicht voldoende in acht heeft genomen. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de bank de cliënt in de gelegenheid heeft gesteld om opheldering te geven over de door de bank geconstateerde (aanwijzingen voor) onregelmatigheden. Op grond van artikel 2 en 3 van de ABV mocht de bank ook verwachten dat cliënt de door haar gevraagde informatie zou verstrekken. De summiere toelichting en de wisselende en onbevredigende verklaringen die de cliënt op de vragen van de bank heeft gegeven, is in dat kader onvoldoende.

Uitspraak: Rechtbank Amsterdam

Terug naar overzicht